Terugblik: Pieter Heerema in Vendée Globe

U had veel technische pech, vooral met de stuurautomaat. Hoe zat dat?

Zo’n stuurautomaat krijgt overal zijn gegevens vandaan en regelt daarmee de juiste stand van het roer. De mijne, van Brookes & Gatehouse, was al de duurste en meest geavanceerde die er is – alle andere zijn nog slechter – maar ook deze was niet goed genoeg. Niet betrouwbaar en de software veel te complex. De “wind-modus” van de stuurautomaat kreeg al vroeg in de race kuren en dat werd steeds erger. Daarover heb ik eindeloos met B&G in Engeland zitten bellen om het op te lossen. Voornamelijk ’s nachts, als het daar kantoortijd was. Tot diep in de software, waarvan ze zelf ook zeiden: ‘Ja, dat werkt nog niet zo goed…’ Niks hielp. En ik zat daar midden op de oceaan, in de race, in zwaar weer, zonder enig idee waar ik mee bezig was. De computerfielen die het bedacht hebben, vinden het vast fantastisch. Maar op zee ís het helemaal niet fantastisch. Dat heeft een groot deel van mijn race bepaald.

De Vendée Globe is vooral één lange improvisatie. Niks is gewoon straightforward, alles wordt vroeg of laat een enorme puzzel. Ik had problemen met mijn roeren, die klapten boven de 20 knopen omhoog, waardoor ik een tijd lang op de handrem heb moeten varen. Dan moet je samen met je walteam via de satelliettelefoon een oplossing verzinnen. Dat lukte wel, met een lijn naar een van de lieren, maar vanaf dat moment heb je dus een lijn dwars door je kuip lopen, en een van je vier lieren permanent bezet, wat weer onhandig was bij het gijpen. Zo had alles invloed op alles. Bovendien: je moet alles varend oplossen, met veel houtje-touwtje. Daarom winnen de Fransen ook steeds: die zijn daar goed in.

Wanneer werd het voor u mentaal het zwaarst?

Ik heb een paar keer momenten gehad dat ik het écht niet meer zag zitten. Dat alles tegenzat en dat ik op wilde geven. Het meest duidelijke was wel ten zuiden van Australië, na de Indische Oceaan – da’s sowieso een waardeloos stuk water. Ik had heel veel ellende met de boot. Ik kon niet genoeg naar het zuiden vanwege de kapotte autopilot en er kwamen allerlei mechanische problemen, van een overloopkar die was losgeschoten tot simpele dingen als slijtgaatjes in de zeilen of onwillige roerbladen. Een eiland om even twee dagen te ankeren voor reparaties was er niet. Ik ben toen bewust van mijn route afgeweken om een hogedrukgebied in te varen voor een paar dagen relatieve rust. Een pitstop op zee. Om dingen te herstellen en te controleren voor de oversteek naar Kaap Hoorn. Een job list van 45 punten in twee dagen van 18 uur. Die lijst was zó lang en er stonden zoveel lastige issues op… Als je zo moe bent wordt elk klusje een enorm karwei.

Die angst was zeker een drijver voor me. Eerzucht was mee aan boord, absoluut

Pieter Heerema
Holland's Glorie
  • Jacques Vapillon