Terugblik: Pieter Heerema in Vendée Globe

Was het dan toch vooral eerzucht die u dreef?

Eerzucht was mee aan boord, absoluut. Mensen zeggen wel: je moet een goed verliezer zijn, maar dat is onzin. Verliezen moet juist je allergrootste angst zijn. Ik zat daar onder Australië met een berg problemen waar ik geen eind aan zag, was nachtenlang bezig met die computerfiguren in Engeland, en dan kreeg ik tussendoor berichtjes op Facebook van mensen die zeiden: ‘Kom op Pieter, dan maar langzamer’, of: ‘Als jij vindt dat je moet ophouden, moet je ophouden.’ Maar dan dacht ik: al moet ik naar huis zwémmen, al kost het me honderdvíjftig dagen, ik zál het halen. Daarin ben ik extreem emotioneel. Ik kan niet tegen mijn verlies en stoppen zou verliezen zijn geweest. Maar het is gelukt: ik ben in 32 jaar Vendée Globe de 65ste ooit die dat heeft gepresteerd. Daar ben ik superblij mee. En trots. Onverholen trots.

Kunt u het inmiddels bevatten?

Het is heel onwerkelijk. Ik zei gisteren nog tegen mijn vrouw: ik heb soms het gevoel dat ik het helemaal niet zelf heb gedaan. Dat ik vanuit een helikopter naar beneden kijk en daar een vent zie die dat gedaan heeft. Veel herinner ik me niet. Logisch ook, want je brein heeft slaap nodig om herinneringen vast te leggen. Op een gegeven moment raak je zo doodvermoeid dat je geen remmingen meer hebt. Het is net alsof je high bent: je gaat om het minste of geringste gierend lachen of met grote uithalen huilen.

Inmiddels gaan de scherpste randjes er wel een beetje af. Toen ik aankwam, zaten mijn handen onder de dikke gele plakken eelt – keihard. En nu, drie weken later, is er niks meer van over. Moet je kijken: kantoorhandjes! Als ik nu video’s of interviews van onderweg terugzie, hoe ik er toen aan toe was, denk ik: ben ík dat? Hoe verder de tijd na de finish voortschrijdt, hoe onwerkelijker het lijkt

Knaagt het dat er wellicht toch méér in had gezeten?

Natuurlijk. Als wedstrijdzeiler ga je later op een rustig moment toch terugdenken en rekenen: als ik op sommige momenten dingen net iets anders had gedaan, minder technische problemen had gehad en daardoor harder had kunnen varen, had er meer in gezeten. Dus over mijn 17de plek heb ik wel een dubbel gevoel. Het had binnen de honderd dagen gekund. Dan was ik ergens rond 8ste tot 11de geworden.

Dat klinkt naar revanche…

Als ik jonger was geweest, zonder meer! Ik heb een blocnote vol met aantekeningen over wat er aan het schip anders en beter zou kunnen. Maar ik ben nu 65, de volgende Vendée Globe is over vier jaar, en 69 is echt te oud voor deze race. 65 was eigenlijk al te oud. De race is zo fysiek, en deze boot zo agressief. Met een beetje wind kon ik al niet meer in de kajuit staan. Ik moest 24 uur per dag kniebeschermers dragen omdat ik door de boot moest kruipen.

Als u het nog een keer zou doen, wat zou u dan veranderen?

Veel meer tijd in de voorbereiding. Een ander, professioneler walteam. Ik had nu twee heel goede mensen en daarnaast een heel erg junior team, heel Frans georiënteerd. De Franse cultuur rond zeilen en voorbereiding is toch heel anders dan de Angelsaksische cultuur waar wij meer van zijn. Er zaten nu jonkies bij die vrijdagmiddag al meer met hun hoofd bij de disco zaten dan bij hun werk. Daardoor is er veel werk blijven liggen en was de voorbereiding niet optimaal. Dat zou ik serieus anders aanpakken. Ook zou ik een volgende keer vooraf meer mijlen in race mode maken. De start was in november, maar ik heb pas in april voor het eerst serieus alleen gevaren, en gefoild. En we hebben last minute betere foils ontwikkeld en geproduceerd, die 15 tot 20% beter presteerden dan de eerste, maar zonder dat we ze nog goed konden testen.

Holland's Glorie
  • Jacques Vapillon