Zoutwatermeer de Grevelingen: het beste van beide werelden

Wij van Nautique wilden graag eens onderzoeken of er nog andere redenen zijn waarom de Grevelingen zo populair is bij watersporters

Grevelingen

In de nieuwste Nautique schreef onze lokale ontdekkingsreiziger Pim van der Marel over de Grevelingen, een zoutwatermeer dat enorm in trek is bij watersporters. Meer lezen? Koop de nieuwste Nautique via DEZE LINK of in een betere boekhandel bij u in de buurt.

In het kader van de Deltawerken is de Grevelingen afgesloten en is een meer ontstaan: het grootste zoutwatermeer van West-Europa. Tot die tijd was dit water – via het Brouwershavense gat – een zeearm van de Noordzee. Het Grevelingenmeer ligt tussen Zuid-Holland (Goeree-Overflakkee) en Zeeland (Schouwen-Duiveland). De afsluiting aan de kant van de Noordzee is de zes kilometer lange Brouwersdam. Hoewel het plan eerst was om het meer te laten verzoeten, is in 1978 een inlaatsluis gebouwd. Deze Brouwerssluis is uitsluitend bedoeld om het zoutgehalte op peil te houden en staat daartoe tegenwoordig altijd open. Desondanks is het ecosysteem van het Grevelingenmeer er sinds de afsluiting steeds verder op achteruit gegaan. Om die reden is besloten afsluitbare tunnelbuizen in de Brouwersdam te maken om nog veel meer zuurstofrijk water in te kunnen laten.

De jachthaven Bruinisse is een onderdeel van het Franse Port Adhoc SAS

Zout naar zoet

We beginnen onze reis bij de Krammersluizen. Deze vormen een onderdeel van de Philipsdam tussen het Oosterscheldegebied en het achterland, en dat betekent dat je hier van zoet naar zout water gaat. Zonder voorzieningen betekent dit dat er stroming ontstaat: zout water is immers zwaarder dan zoet water. Bij het invaren van de sluis naar de Oosterschelde toe, moet men normaliter rekening houden met een stroming mee. Dat de stroming uitblijft komt omdat de sluis een zoet-zoutwaterscheidingssysteem heeft dat het mengen van de watersoorten voorkomt. We kijken geschrokken op als er een sirene afgaat ten teken dat het schuttingsproces gaat beginnen. Na een klein halfuur – want het schutten door een wateruitwisseling duurt iets langer dan gebruikelijk – kunnen we onze tocht vervolgen.

Bij Bruinisse houdt de jeugd een zeilwedstrijd tegen een decor van windmolens

Bruinvis

Om uiteindelijk op de Grevelingen te komen moeten we een stukje van de kop van het Mastgat oversteken. Dit is een uitloper van de Oosterschelde die verderop een open verbinding met zee heeft. Van de Oosterschelde is bekend dat daar een populatie bruinvissen 'woont', die sinds 2006 doorlopend wordt waargenomen. En warempel; een bruinvis kruist inderdaad voor ons langs. De bruinvis is ‘onze’ walvis en is dan ook in de Noordzee de meest voorkomende walvissoort. De benaming is misleidend, omdat het dier noch vis, noch bruin is. Dit zoogdier valt onder de tandwalvissen, heeft juist een donkere grauwgrijze kleur en wordt maximaal 1m80 lang. Ze houden van ondiep water en zwemmen daar vlak onder het wateroppervlak. Omdat ze hobbelen om adem te halen, zie je elke keer de rugvin. Voordat de telelens op de camera staat, is-ie helaas alweer verdwenen. Maar we hebben ‘m tenminste gezien.

De haven van Brouwershaven is ook voor passanten een knusse plek

Bruinisse

De enige toegang tot de Grevelingen is de Grevelingensluis bij Bruinisse. Omdat het zoutwatermeer populair is bij watersporters is het een hele drukke sluis. Stewards proberen zoveel mogelijk schepen in de 140 meter lange sluis te passen en schreeuwen zich schor om de schippers hun boot zo ver mogelijk naar voren in de sluis te laten manoeuvreren. Een kleine boot tussen al het witte plastic is duidelijk ongewoon. Ze reageren er vrolijk op: 'Jij durft!' Als we uit de sluis varen, komen we op een indrukwekkende watervlakte...

Het hele artikel lezen? Koop de nieuwste Nautique; nu nog verkrijgbaar in een boekhandel bij u in de buurt.

Travel
  • Pim van der Marel