Een bijna onmogelijke refit: Jacques Brel's zeiljacht na twintig jaar weer te water gelaten

De Askoy II zonk lange tijd geleden voor de kust van Nieuw-Zeeland maar twee broers uit West-Vlaanderen lieten haar opgraven en besloten het jacht weer terug te brengen in haar originele staat.

Jacques Brel

In 1958 werd het grootste stalen zeiljacht ooit gebouwd in België te water gelaten. Het jacht werd door de Antwerpse werf Van de Voorde gebouwd in opdracht van Belgische architect Hugo van Kuyck die zelf de schetsen voor het ontwerp maakte. In 1974 komt het jacht in het bezit van bekende zanger Jacques Brel. Niet alleen was dit jacht het grootste, ze zou, volgens Proper Yacht, ook op de lijst van 20 mooiste jachten ter wereld staan. Jaren heeft de Ne me quitte pas-zanger van zijn jacht kunnen genieten en in de jaren 70 zeilde hij er zelfs de wereld mee over. Tot ze aan de kust van Nieuw-Zeeland een noodlottig einde tegemoet gaat: het jacht zinkt en ligt meer dan tien jaar lang op de bodem van de oceaan. Maar nu kan de Askoy II eindelijk het water weer op – ná een grondige refit door twee Vlaamse broers.

Het einde van Askoy

Nadat de Marieke-zanger het jacht in 1974 kocht en ermee de wereld rondzeilde, moest hij in 1976 alweer afscheid van haar nemen; vanwege gezondheidsproblemen strandde Brel in Frans-Polynesië op de Markiezenarchipel; de inspiratie voor zijn dertiende en tevens meest bekende lp Les Marquises. Brel vergelijkt het schip volgens VRT met een kathedraal en zingt hierover in zijn chanson La Cathédrale. In 1976 verkocht Brel het jacht en Askoy II wisselde verschillende keren van eigenaar. De laatste eigenaar werd haar ondergang; het jacht strandt voor de kust van Nieuw-Zeeland na een storm. Hier blijft het jacht ongeveer veertien jaar lang liggen.

Nieuw leven

Twee broers uit Blankenberge in West-Vlaanderen voelden een connectie met het schip. Piet Wittevrongel vertelt VRT: "Jacques Brel is vaak bij ons thuis geweest. We waren zeilmakers en hadden het zeil voor de Askoy II gemaakt." En daarom bedachten de broers het plan om de Askoy II te redden. In 2007 werd het wrak opgegraven en in 2008 kwam de verroeste romp in België aan. Het duurde in totaal zo'n twintig jaar waarin de Askoy II in 20222 uiteindelijk op de lijst van varend erfgoed kwam te staan vanwege haar "historische, industrieel-archeologische als sociaal-culturele waarde", vertelt de Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele aan de Vlaamse nieuwswebsite.

Tweemaal scheepsrecht

Met verschillende vrijwilligers werd intensief aan het jacht gewerkt en twee weken geleden mochten de broers het jacht eindelijk voor het eerst te water laten. Op dat moment bleek er nog een lek in te zitten en moest het jacht tijdelijk weer uit het water gehaald worden. Maar op 9 april was het dan eindelijk zover: "Het is een ongelooflijk gevoel, na al die jaren. We gaan straks naar de kade varen waar hij wordt afgewerkt, de masten moeten er nog op", vertelt een van de broers. Het schip krijgt een ereplaats in Zeebrugge en uiteindelijk is het de bedoeling om met het jacht deel te nemen aan verschillende feesten in de buurt. Op 4 mei zal de officiële inhuldiging van het schip plaatsvinden. Daarbij zal de laatste levensgezel van Jacques Brel aanwezig zijn; Maddly Bamy, die samen met Brel op de Askoy II gevaren heeft. De broers vertellen: "Later varen we misschien terug naar de Markiezen, wie weet. Zoals Brel zou zeggen: het onmogelijke is waargemaakt."

Nieuws
  • VRT, Zeilen, Nieuwsblad, Herita
  • NL Beeld / Album