Here comes the sun in Hamburg: de bestemming voor de nazomer

De stad heeft de op twee na grootste haven van Europa, lijdt aan ongekende groeispurten en bij de inwoners zit de Noordzee in de genen. Voor Nautique 2 van het jaar 2019 reisden we naar Hamburg. En we namen u mee!

Hamburg

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Nautique 2 van het jaar 2019

Voor een winterdag hangt er een ongekend zuurstokblauwe hemel boven Hamburg en onder die vlekkeloze leegte lapt onze stadsgids Tomas alle stoplichten aan zijn laars. Een forse man met kastanjebruin haar dat tijdens onze manoeuvres sierlijk meedanst, net als het fotoalbum met stadskaarten en oude prenten in zijn fietsmandje achterop. “En Duitsers staan nog wel bekend om onze burgerlijke gehoorzaamheid,” grapt hij met het hoofd half over zijn schouder. “In plaats van een muur in Berlijn te bouwen, hadden ze ook stoplichten neer kunnen zetten.” In de paar minuten die we onder de streep winnen met onze kamikazeacties, strooit Tomas met feitjes over HafenCity, een geweldig bouwproject waarmee de oude vrije handelszone van de haven van Hamburg opnieuw wordt ingericht met kantoren, hotels, musea, universiteitsfaculteiten en appartementen. “Met 157 hectare is HafenCity een van de grootste stedelijke herbevolkingsprojecten in Europa, in 2030 zal Hamburg City bijna de helft groter zijn. Verdeeld over tien wijken komen er 7000 appartementen, twee universiteiten, 15 hotels, moderne kantoorcomplexen en tien kilometer aan wandelpromenades.”

Perzische tapijten en gemalen koffie 

Op onze rode stadsfietsjes stuiteren we over de kade van een van die wijken, Speicherstadt, een indrukwekkend historisch stadsdeel dat via acht spoorbrugachtige bruggen verbonden is met het vasteland. “In dit deel van Speicherstadt staat nog een aantal authentieke pakhuizen uit de 19de eeuw overeind. Deze, deze en deze.” Zijn vingers glijden over een vooroorlogse zwart-witfoto in zijn fietsmandje. “De rest heeft de oorlog niet overleefd.”De rode bakstenen gebouwen op de rivierbedding schieten zo ver omhoog dat je kramp in je nek krijgt als je te lang naar de gotische torentjes staart. “De pakhuizen zijn gebouwd op eikenhouten palen, maar die zie je nu niet omdat het vloed is.” Eenmaal om de gigantische blokkendozen heen gefietst, daarbij twee stoplichten negerend, zien we hoe exotische mannetjes nog altijd Perzische tapijten met een liftje omhoog takelen en uit een ander parkhuis ontsnapt de geur van gemalen koffiebonen. “Sommige pakhuizen worden nog gebruikt als magazijnen, andere doen dienst als kantoor, informatiecentrum, miniatuurmuseum of appartement.”

Balletdanseressen 

Jarenlang werd Hamburg in reclamefoldertjes aangeprezen als havenstad, als The Gate to the World. Maar omdat mensen daarbij al gauw denken aan een vuige, smoezelige industriestad, wordt de stad nu verkocht als The City of Water. “Bijna 10 procent van onze stad ligt aan het water,” vertelt Tomas vol enthousiasme. “We hebben de Elbe, Alster en Bille, er zijn 60 havendokken en we hebben 10 kilometer aan stroompjes en kanalen. En goed om te weten: in tegenstelling tot andere grote havensteden ligt de haven van Hamburg midden in de stad, waardoor ze juist heel leefbaar is.” Op de Landungsbrücken, de passagiersterminal ietsje verderop, is het druk en rumoerig voor deze tijd van het jaar, alsof iemand met een stokje in een mierennest heeft zitten porren. De lucht is er vervuld van gefrituurde vis en dieselolie en de rondvaartboten varen rond de klok. Die van ons glijdt via de kaarsrechte, rode bakstenen pakhuizen van Speicherstadt naar de industriële haven aan de overkant van de Elbe. Op de scheepswerven regent het vonken en aan de kade bij de containerterminal wordt een Chinees containerschip bevoorraad. Terwijl onze kapitein vertelt dat Hamburg dit jaar mag begint met het uitbaggeren van de vaargeul van de Elbe zodat ook de zwaarste schepen de haven in en uit kunnen, manoeuvreert hij onze boot onder haar reusachtige bips door. Om het ballet van liften en hijskranen op het dek te kunnen zien, moeten opnieuw onze hoofden mijlenver naar achteren.

Bebaarde kapiteins en nettenboeters 

Met de warmte van de zon op onze wangen verkennen we ook het vasteland van Hamburg. We passeren volle terrasjes en bierbrouwerijen, fietsen langs de gevels van Altstadt en Neustadt en die van de levendige graffitiwijken erachter. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te zien dat Hamburg een lang en gelukkig huwelijk met de Noordzee heeft gesloten, ook al ligt die zo’n 110 kilometer stroomafwaarts. Achter de ruiten schitteren olielampen, scheepsportretjes en zeilschepen in glazen flessen en in de rekken hangen genoeg kapiteinspetten en regenbestendige overjassen om de 1,8 miljoen bewoners mee te kleden. In de lokale bars en restaurants hangt de liefde vooral aan de muur; bebaarde kapiteins en nettenboeters blijken populaire thema’s. Later op de dag, wanneer de pakhuizen in Speicherstadt eindelijk hun eikenhouten tanden bloot lachen, fietsen we de wijk St. Pauli in. Via een oude lift dalen we af naar de onderwereld en fietsen we honderden meters in een zwak gelig licht over de bodem van de Elbe naar de overkant. Daar aangekomen, aan de andere kant van de Elbtunnel, bewonderen we de in de zon blinkende skyline van oude havencomplexen en glinsterende kantoorgebouwen en bevestigen we wat we eigenlijk al wisten: in Hamburg buitelen heden en verleden over elkaar heen.

Travel
  • Stijn Tettero & Dirk Wijnand de Jong
  • Stijn Tettero & Dirk Wijnand de Jong