Nimbus C11: meer dan een Commuter
Coupe Cruisers, Day Cruisers en Tenders; het gamma van Nimbus was al behoorlijk omvangrijk, maar na de succesvolle introductie van de C9 stort de Zweedse werf zich met de grotere C11 zich nu ook nadrukkelijk op de Commuter-markt. Een omschrijving die feitelijk alleen duidt op comfortabel heen en weer varen, maar deze C11 biedt meer dan dat.
Om deze nieuwkomer in het juiste kader te kunnen plaatsen nemen wij u eerst even mee naar de Scandinavische wateren. Waar talloze Nederlanders de drukte van de dichtbevolkte steden graag ontvluchten in bijvoorbeeld chalets op vakantieparken, varen Zweedse families gedurende de weekeinden en vakanties zo snel mogelijk naar hun zomerhuisje op een van de ruim 250.000 eilanden in de Oostzee. Nu kan het daar flink spoken, dus zal deze boot aan hoge eisen moeten voldoen om de talloze oversteken veilig en wel te kunnen volbrengen. Een zogenaamde commuter is hiervoor ideaal, vanwege het gesloten stuurhuis. Commuters zijn dan ook zeer populair in de Scandinavische landen, maar de enorme veelzijdigheid begint dit type boten ook in ons land door te dringen. En dan zeker niet alleen als visboot. Immers, de accommodatie van de C11 maakt deze Nimbus met zijn ruime stuurhuis/salon en tweede hut ook bij uitstek geschikt als familieboot.
Onze testboot is voorzien van inboard-aandrijving in de vorm van een duo Volvo Penta D4-320 krachtbronnen, maar slim inhakend op de stijgende populariteit van de buitenboordmotor kan ook worden gekozen voor een koppel Mercury Verado V6- of V8-motoren tot maximaal twee keer 350 pk. Zo gek is die keuze niet, want in dat geval kan de fors bemeten motorruimte worden benut om van alles en nog wat op te bergen; of het nu gaat om mountainbikes, duikapparatuur of waterskispullen. Als tegenargument zou je kunnen stellen dat waar de gemiddelde Amerikaan trots is op zoveel mogelijk buitenboordmotoren aan de spiegel, bij ons de aanwezigheid hiervan niet zelden als poenerig wordt ervaren. Gelukkig lijkt dit beeld stilaan aan te veranderen. En over poenerig gesproken: hoewel er voor een beetje ‘loaded’ Scandinavische commuter best veel geld moeten worden neergeteld, oogt deze ruim 12 meter lange Nimbus C11 totaal niet patserig. Sterker nog: deze boot heeft mede dankzij de verticale raampartijen in de stuurhut/salon eerder de stoere uitstraling van een politievaartuig.
Sancerre en Reblochon
We gaan van start met een verkenning langs het exterieur, te beginnen met het grote zwemplatform dat zich op gelijk niveau met de kuipvloer bevindt. Des Nimbus’ is achter de bank plaats voor vier fenders in stevige rvs houders. Twee zwaar uitgevoerde rvs hekjes - door kinderen onmogelijk zelfstandig te openen - sluiten de ruime kuip af. Onder deze hekjes zien we grote scharnieren en de aanwezigheid hiervan laat zich snel verklaren: bijkans de volledige kuipvloer, de bank incluis, scharniert hemelwaarts om toegang te kunnen krijgen tot de zwaar geïsoleerde motorruimte. Twee laatste generatie Volvo Penta D4-diesels lachen ons toe, maar zoals eerder omschreven is deze ruimte in geval van buitenboordmotoren volledig beschikbaar als berging en niet zo’n kleintje ook. Zoals gebruikelijk oogt de motorruimte verzorgd en verdient het installatiewerk een compliment. Beide boorden zijn voorzien van diepe bakskisten waarin de landvasten gemakkelijk kunnen worden opgehangen en op die manier niet direct in de diepte verdwijnen. Handig!
Het optionele Flexiteek kost een lieve duit (zo’n € 12.940,-) maar is dit geld dubbel en dwars waard; niet alleen voor de looks, maar het is naast de antislipeigenschappen ook comfortverhogend. De achterpui is voorzien van zwaar uitgevoerde schuifdeuren en á la Nimbus is de pikhaak hier direct onder handbereik. Onder de overstek van het salondak is zijn led-spots aangebracht. Wij doen deze vaartest weliswaar rond het middaguur op een nog kille voorjaarsdag, maar wij schetsen ons hier het beeld van een zwoele zomeravond met een mooi glas Sancerre in de hand en een plankje reblochon op de kuiptafel. In deze kuip is trouwens voldoende houvast aanwezig in de vorm van stevige handrails. Vervolgens banen we ons over bakboord een weg naar voren en zien we alweer een fraai Nimbus-detail: de vulopeningen zijn keurig weggewerkt onder een rvs rooster ter hoogte van de grote schuifdeur. Niet onbelangrijk: de verschansing is hoog en dus veilig én kindvriendelijk. Tot onze verrassing ontwaren we onder de pet bij de A-stijl een verdekt aangebrachte, extra ruitenwisser die een deel van het grote zijraam bedient; reken maar dat deze voorziening van pas komt, zeker als je tijdens een zware regenbui in het donker moet zien aan te meren.
Het voordek wordt grotendeels ingenomen door een riant zonnebed en daarvoor een bankje voor twee, waar je op een zomerse dag met de haren in de wind kunt ontspannen. Er is zelfs gedacht aan een wegneembaar tafeltje. Wel zo handig, maar in onze optiek alleen voor anker of in de box, want varend heb je de voorziening wat hinderlijk prominent in beeld. Onder het gasgeveerde ankerluik zien we een immense ankerkluis en ook hier weer de bekende voorzieningen om de landvasten aan op het hangen. De (optionele) elektrische Lewmar ankerlier staat op een zware fundatie en wordt bediend met schakelaars op het potdeksel. Vanaf het voordek lopen we over het stuurboordgangpad weer terug om via de schuifdeur bij de stuurstand de salon te betreden. Opvallend zijn de hoge raampartijen die naar later zal blijken het zijwaartse zicht tijdens snel genomen bochten nauwelijks beperken. Op andere boten wil dit nog wel eens een minpunt zijn. Ideaal zijn de grote schuifluiken in het salondak; er treedt veel natuurlijk licht door naar binnen en ze zorgen desgewenst voor extra verkoeling.
Sfeervol verlichte V-kooi
Klik door >>>
- Alfred J. Boer