Een rondje Willemsroute: varen door Nederlands- en Belgisch-Limburg

In de nieuwste Nautique test Pim van der Marel, onze expert op het gebied van Nederlandse vaarroutes, het rondje Willemsroute.

Willemsroute

Op de Zuid-Willemsvaart in het zuiden van de Lage Landen is de Willemsroute tot stand gekomen. Die loopt door Limburg en door België en vormt een aantrekkelijk vaarrondje van een paar dagen. Tijd om de proef op de som te nemen en deze vaarroute eens grondig te testen voor de nieuwste Nautique.

Julianakanaal

De boot halen we op in het Belgische Kinrooi aan de Spaanjerdplas. We gaan het vaarrondje ‘rechtsom’ doen en dat betekent dat we eerst de Maas afvaren in de richting van Roermond. Ons reisdoel voor deze eerste dag is Maastricht, te vinden aan het einde van het Julianakanaal. Het Julianakanaal is een lateraalkanaal aan de oostelijke zijde van de Maas die op dit stuk niet bevaarbaar is. Hier vindt men ook de twee sluizen met het grootste verval van ons land. We zijn nog maar nauwelijks omgekeerd of we liggen al voor de sluizen van Maasbracht. Met 11 meter 85 spannen die – op het gebied van verval – in Nederland de kroon. De drijvende bolders maken het schutten zelf gemakkelijk, maar het vergt wel de nodige vaardigheid om de boot aan twee bolders te krijgen. Die zitten namelijk op ‘binnenvaart’-afstand van elkaar. Ook wordt er rekening gehouden met beladen en onbeladen schepen, waardoor deze bolders zich beurtelings op verschillende hoogten bevinden. Gelukkig hebben we voor hetere vuren gestaan. Wanneer we de sluis uitvaren zien we dat ook het kanaal zelf een meter of tien hoger ligt dan het omliggende land. Bij de sluis Born (verval 11 meter 35) herhaalt zich het schutritueel. Al die tijd voelt het kanaal met omgeving aan als een industriële vaart. Dat wordt anders als we in de buurt van Elsloo komen: daar is het kanaal door de Scharberg heen gegraven en vaar je door een kunstmatig rivierdal. Dit geeft een sterk buitenlands gevoel en maakt het tot een uiterst aantrekkelijk deel van het vaarwater.

Aan de kop van het Julianakanaal ligt de Clauscentrale van Maasbracht

Maastricht

Bij de stuw van Borgharen eindigt het Julianakanaal en varen we verder over de Maas. Al vanaf de keersluis bij Limmel zijn de contouren van Maastricht aan de hemel te zien. Nog voor de Noorderbrug voert de Willemsroute stuurboord uit naar de Sluis Bosscheveld, die je naar de Zuid-Willemsvaart afschut. Wij hebben echter besloten de route uit te breiden met een deel van het Belgische Albertkanaal en zullen uiteindelijk verder moeten varen. Maar eerst leggen we aan in Maastricht. We hebben gekozen voor ‘de muur’: een strekdam midden in de rivier tussen de Wilhelminabrug en de Sint Servaasbrug. Het feit dat daar geen faciliteiten te vinden zijn nemen we voor lief, want ten opzichte van de binnenstad is deze muur prachtig gesitueerd. Dat geldt natuurlijk ook voor de nabije Bassinhaven maar daarvoor moet de doorvaarthoogte minder dan 3 meter 30 zijn. Onze boot ligt bijna tegen de Sint Servaasbrug aan. Deze icoon van Maastricht is gebouwd tussen 1280 en 1298 en wordt beschouwd als de oudste brug van Nederland. Wat er nu ligt is in feite een verbrede, grotendeels in beton gereconstrueerde versie van het origineel.

De keersluis Limmel staat normaliter open

Sint-Pietersberg

Als we de volgende morgen in zuidelijke richting vertrekken hebben we aan stuurboord de Sint-Pietersberg, een heuvel van 100 meter hoogte die onder meer bekend is van de mergelwinning. We passeren de ingang van één van de grotten waaraan de berg zijn bekendheid ontleent. Ten opzichte van de Maas heeft de Sint-Pieterberg natuurlijk een strategische ligging. Om die reden vind je er volop overblijfselen van kastelen, forten en versterkingen. Fraai zichtbaar vanaf de rivier is het Huis de Torentjes, een kasteelachtig landhuis uit de 16e eeuw met daarachter de niet te missen katholieke Sint Pieter op de Berg. Even verderop varen we langs de ruïne van de donjon van het Kasteel Lichtenberg, daterend rond het jaar 1220. Deze ligt pal boven de ENCI-fabriek, die de rots waarop de ruïne staat niet mocht vergraven. We genieten een tijdje van het varen naast de heuvel, en passeren – zonder het door te hebben – de grens.

Meer lezen? U vindt het volledige artikel in de nieuwste Nautique: nu verkrijgbaar bij de betere boekhandel en via Tijdschrift.land.

Op het water
  • Pim van der Marel