De elektroboot: terug van weggeweest

Niets chiquer dan een elegante elektrische runabout... in 1900!

elektroboot

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Nautique 2 van het jaar 2023.

Als trouwe lezer van de rubriek 'Botige Historiën' weet u vast wel dat er aan de basis van de edele kunst van de geschiedschrijving een netelige vraag ligt: is de geschiedenis een lijn of een cirkel? In de oudheid dachten de meeste mensen dat de geschiedenis circulair was en dus telkens als een groot rad van fortuin bleef draaien. Toen kwamen die wonderlijke christenen met hun radicale ideeën, waaronder het concept dat de geschiedenis lineair verloopt. Je hebt een schepping, er komt een laatste oordeel en de rest van de geschiedenis is een rechte lijn van A tot Z. Inmiddels weten we wel beter en is het antwoord… Nouja, een beetje van beiden.

Geschiedenis herhaalt

Er is naar alle waarschijnlijkheid een big bang geweest aan het begin van het universum en de kosmos houdt een keer op als alle vrijgekomen energie opgebruikt is, maar ondertussen zijn er op menselijke schaal wel allerlei cycli en terugkerende patronen waar te nemen. Het punt is eigenlijk dat het niet uitmaakt: die lijnen en cirkels vormen niets anders dan handige mentale kapstokjes om orde te scheppen in de overweldigende maar bijzonder fragmentarische hoeveelheid data te scheppen waaruit wij onze historische verhalen opbouwen. Ze zijn echter net zo arbitrair en zinloos als een idee als de 19de eeuw, dat weliswaar netjes een paar streepjes op de kalender zet maar natuurlijk niet netjes historische bewegingen afbakent. Toch is het niet totaal nutteloos om dit soort ideeën te hebben: door het trekken van lijnen (de Tweede Wereldoorlog duurde van 1940 tot 1945) en het tekenen van cirkels (de inflatieproblemen van het Romeinse Keizerrijk vallen goed te vergelijken met de inflatie-problemen van nu).

Elektronisch verleden

Zo heeft u over de elektrificatie van ons vervoer misschien de volgende abstractie in uw hoofd. In de negentiende eeuw vond meneer Benz de auto met de benzinemotor uit. Vóór de oorlog was die alleen voor de rijken, na de oorlog kregen we er allemaal eentje. Na de jaren zeventig begonnen we langzaam door te krijgen dat al die fossiele brandstoffen niet zo handig waren, dus kregen we eerst de Toyota Prius en vervolgens de Tesla van meneer Musk – en over tien jaar hebben we allemaal een elektrisch wagentje aan de laadpaal hangen. Simpel, lineair en overzichtelijk, en handig om rekening te houden bij de aankoop van uw volgende huis (waar staan de laadpalen?) en uw volgende auto. Toch klopt er maar weinig van. Als u de geschiedenisboeken opentrekt komt u tot de conclusie dat elektrisch vervoer al sinds de start van de autotijd heeft bestaan – met gekke weetjes als dat de helft van de auto’s in 1905 in New York elektrisch was of dat de eerste auto die Ferdinand Porsche ontwierp een hybride was. Benzine won alleen lange tijd het pleit, maar dat betekent niet dat er geen elektrische auto’s waren.

Met bootjes is het precies hetzelfde verhaal. Aan het eind van de 19de eeuw waren elektrische launches en andere kleine pleziervaartuigen dé manier om gezien te worden op de Theems in de gouden jaren vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Wist u dat er rond 1900 wel acht laadstations waren aan de Theems? In Frankrijk bedacht Gustave Trouvé (mooie naam voor een uitvinder) in 1880 al de elektrische buitenboordmotor. Om een bekend citaat van de sciencefictionschrijver William Gibson aan te halen: de toekomst is er al, hij is alleen wat ongelijk verdeeld.

Zeemansverhalen
  • Albert Tissandier, La Nature