Tunesië: een feest voor de zintuigen

Aan de Middellandse Zeekust van Afrika bevindt zich een vaak ongeziene parel. Felle kleuren, eeuwenoude ambachten, volle aroma’s en een rijke geschiedenis – Tunesië bruist van het leven. In Nautique 2 van het jaar 2022 schreven we over dit prachtige land.

Tunesië

Even voorbij de grenzen van Tunis is het opvallend stil. Tegen de blauwe lucht steken enkele lichte zuilen af, restanten van een stad die er intussen verlaten bij ligt. Het handjevol bezoekers dat zich slenterend tussen de zachtgele ruïnes verspreidt lijkt haast eerbiedig, en dat is niet zo gek - deze brokstukken sieren de plek waar ooit machtig Carthago stond. Van de oorspronkelijke stad is niets meer over, daar hebben de Romeinen wel voor gezorgd. In het jaar 146 v.Chr. richtten ze hun geduchte vijand, de Carthagers, onherroepelijk te gronde. Maar op de as van hun hoofdstad bouwden de overwinnaars een nieuwe stad, die ze eveneens Carthago noemden. Deze plek groeide uiteindelijk uit tot een van de grootste steden van het Romeinse Rijk.

Voel de klassieke geschiedenis

Van deze glorietijd is nu weinig meer te zien, maar Carthago leeft nog steeds. Tussen de grove kalkstenen groeien nu struiken, ruïnes zijn begroeid met plukken gras vol paardenbloemen en boomwortels duwen de laatste overgebleven vloermozaïeken omhoog. Hier en daar schiet een hagedis voorbij. Het is goed voor te stellen waarom de Romeinen hun oog op deze plek lieten vallen. De eeuwenoude villawijk van de stad ligt in de uitlopers van vruchtbare heuvels vol olijfbomen en vanaf de verderop gelegen Thermen van Antonius is de Middellandse Zee zelden uit zicht, glinsterend onder de Afrikaanse zon. De kust van de Romeinse provincie over zee, die ze “Africa” noemden, is bespikkeld met klassieke geschiedenis. Maar op één plek schittert het Romeinse nalatenschap in afwezigheid. Kerkouane, in het uiterste puntje van het schiereiland Kaap Bon, is in tegenstelling tot veel andere Fenicische steden na de Punische Oorlogen niet door de Romeinen herbouwd. In 1985 werd de archeologische site om die reden door UNESCO opgenomen in hun lijst van Werelderfgoed als ‘het enige overlevende voorbeeld van een Fenicisch-Punische stad.’ Hier liggen de stenen er al sinds 250 v.Chr. hetzelfde bij, als een kosmopolitische fossiel. De sfeer die er hangt heeft bijna iets mysterieus.

Hoor de bruisende badplaats

Binnen de muren van het Archeologisch Museum van Sousse is het vrijwel stil. Enkel voetstappen van bezoekers weerklinken tussen de Fenicische en Romeinse mozaïeken die hier hun onderdak vinden. Imposante kunstwerken, soms millennia oud, die hier zijn gebracht vanuit Carthago en verder. Als ik de kasbah (fort) waar het museum in is gevestigd uit wandel en de medina doorkruis vind ik een stad in spitsuur. Op sommige stukken van de tweebaansweg rijden auto’s met zijn drieën naast elkaar. Een witte Volkswagen Golf rijdt voorbij met vijf inzittenden en een zesde in de achterbak met de klep open. Even verderop hangt een man uit zijn autoraam om iets naar een voorbijganger te roepen, ergens anders wordt getoeterd. Het centrum van Sousse, de op twee na grootste stad van Tunesië, barst van de energie.

Tunesië leeft

Buiten de smalle kronkelstraatjes van de medina voelt het er direct anders dan in de kleinere plaatsen langs de kust; groter opgezet, kosmopolitischer. Een brede laan met rijen palmbomen leidt van de medina naar het Bou Jaafar-strand en naarmate ik dichter bij zee komt neemt het verkeer langzaam af. Het geluid van aanspoelende golven weerkaatst tussen de gebouwen langs de boulevard – het zijn vrijwel allemaal hotels, sommige nieuw of in aanbouw, andere lege hulzen die vergane grootsheid verraden en de recente klap voor het toerisme niet te boven zijn gekomen. Sousse is van de Tunesische kuststeden de grootste en zeker de populairste. De avond valt boven de Middellandse Zee, maar de stranden lopen nog niet leeg. Integendeel. stranden lopen nog niet leeg. Integendeel. Even verderop langs Avenue Hedi Chaker
stijgt een gejoel op vanuit een kleine menigte. Een groepje mensten heeft zich verzameld bij een toeristentreintje dat aan de boulevard geparkeerd staat. Vrolijk gezang drijft bij een van de open wagentjes naar buiten, vergezeld door een opzwepende trommel en een houten blaasinstrument dat een geluid voorbrengt dat me doet denken aan Aladdin.

Een minuut of tien verder lopen is het strand door een groep jongens omgetoverd tot een geïmproviseerde fitnessruimte. Er wordt met zakken zand gegooid en de stoersten van het stel maken met een aanloop gewaagde salto’s. Wandelaars die in de avondzon over de boulevard slenteren houden halt en applaudisseren voor een uitzonderlijk indrukwekkende sprong. Na enige tijd komt het muzikale treintje voorbij gereden, met vrolijk lachende inzittenden. Als ze uit het zicht verdwenen zijn loop ik verder het strand af, dat steeds leger wordt. Maar stil wordt het in Sousse nooit – het geluid van de golven vult altijd de lucht.

Travel
  • Sophie Bous
  • ROMAS/ISTOCK, SOPHIE BOUS, ROMAS_PHOTO/SHUTTERSTOCK, NIDHAL HICHRI/GETTY