Franse Canal Du Midi: langs oesters, wijnen en historie

Steeds vaker zien we Nederlandse jachten op de Franse kanalen. Maar ook het huren van een boot is er populair. Verschillende charterbedrijven, zoals Le Boat, Canalous, Locaboat, Nicols en Linssen Boating Holidays bieden er luxueuze jachten aan voor een ontdekkingsreis op het water. Vooral het historische Canal du Midi en de vaarroute binnendoor langs Middellandse Zee bij Sète en Montpellier naar de Camargue zijn aantrekkelijke bestemmingen. Nautique ging er op verkenning.

Canal Du Midi

Wanneer we arriveren in de zonnige haven van het stadje Portiragnes, bij Beziers, is zojuist het Franse ‘Coronaconfinement’ versoepeld. Vanochtend mochten eindelijk de charterhavens weer open en kan er dus weer gevaren worden op het immense netwerk van historische Franse kanalen. Helaas zijn de restaurants, terrassen en winkels nog gesloten en geldt er ‘s avonds vanaf zeven uur een avondklok, maar dat weerhoudt ons er niet van om vandaag vanuit Port Cassafières met het viersterrenhuurjacht Horizon van Le Boat uit te varen over het Canal du Midi. Een interessante starthaven, omdat je van hieruit twee totaal van elkaar verschillende vaarroutes kunt kiezen. Westwaarts gaat het stroomopwaarts naar Beziers over de Pont Canal, een majestueus aquaduct over de rivier de Orb, en vervolgens via de beroemde negen sluizen van Fonserannes in de richting van Carcassonne. Oostwaarts vaar je met de stroom mee via de unieke ronde sluis van Agde naar de uitgestrekte binnenzee Étang de Thau en de havenstad Sète. Vandaag kiezen we voor die laatste route.

Langs oude Jaagpaden onder platanen

Het canal du midi wordt vrijwel over de volle lengte omzoomd door platanen. Die zorgen hier niet alleen voor een welkome schaduw tegen de brandende Zuid-Franse zon, maar bieden tevens een natuurlijk scherm tegen de vrijwel altijd aanwezige wind. Bovendien vormen hun wortels een sterke beschoeiing in de oevers. Een ecologische oplossing voor drie problemen! Varen op dit kanaal betekent allereerst onthaasten. Snel varen is uit den boze, want de vaarweg is smal en ondiep en slingert van sluis naar sluis door ­pittoreske dorpjes en vaak met zicht op velden vol zonnebloemen en de wijngaarden van de Languedoc. We varen dus rustig en relaxed langs eeuwenoude jaagpaden waarop vroeger natuurlijke paardenkrachten moesten zorgen voor de voortstuwing van de schepen.

In dit idyllische decor proberen we ons voor te stellen hoe hier drie eeuwen lang zeer intensief transport plaats kon vinden.

Dwars door Frankrijk

Het Canal Du Midi werd gegraven in de 17de eeuw en vormde toen een welkome (en snelle) verbinding tussen Toulouse en Beziers. Uiteindelijk werden hiermee de zeehavens van Bordeaux aan de Atlantische Oceaan en Sète aan de Middellandse Zee met elkaar verbonden. Vanaf 1681 zorgde een enorme vloot van ruim 200 binnenschepen voor het transport van mensen en goederen van oost naar west en in omgekeerde richting. De schepen werden voortgetrokken door paarden en onder de bruggen, in de sluizen en havens was menskracht de belangrijkste energiebron. Het 240 kilometer lange kanaal met zijn 91 sluizen en talloze bruggen, tunnels en kunstwerken was in die tijd eigenlijk een enorm bedrijf met vele duizenden werknemers. Het was verdeeld in rayons en er waren vaste havens met scheepswerven, opslagplaatsen en voorzieningen, waar ook stallen stonden met hoefsmeden en verzorgers voor de paarden (en soms ezels) die de schepen voorttrokken. Talloze ingenieurs en sluiswachters moeten voortdurend in touw zijn geweest met het onderhoud van de schepen, de sluizen en de vaargeul. Een onbelemmerde doorvaart was cruciaal; als een sluis defect was of een gezonken of uitgebrand schip de vaarweg versperde zou het hele kanaal onbruikbaar zijn. Over het kanaal voeren kleine vrachtschepen en passagiersschepen, waarvan de laatste soms zelfs een riante accommodatie voor hooggeplaatste gasten hadden. Desondanks werden alle schepen Pinardiers (wijntankers) genoemd en men hanteerde een speciale voorrangsregeling voor de Barges de poste.

Deze postboten vormden een welkom alternatief voor de postkoets. Ze boden een relatief snelle en geregelde verbinding tussen de vaste kanaalhavens, wat in die tijd sneller, veiliger en comfortabeler was dan over de weg. In precies een week tijd kon men met dit vervoermiddel van Toulouse naar de haven van Sète varen of omgekeerd. Tegenwoordig wordt het kanaal nog slechts sporadisch gebruikt voor vrachtvaart, maar is het in dezelfde oude glorie behouden voor de pleziervaart.

Ronde sluis in Agde

Onderweg naar Agde zien we nauwelijks vaarverkeer. Vanwege het ‘confinement’ is er nog vrijwel niemand onderweg en het kanaal ligt er dus prachtig en verstild bij. Bij het stadje Vias passeren we voorzichtig een lange en zeer smalle doorgang bij de Ouvrages de Libron. Het riviertje de Libron kruist hier het kanaal en omdat beide waterwegen op hetzelfde niveau liggen gaf dat problemen bij hoge waterstanden van de rivier. Heel vroeger liet men dan een aantal pontons zinken om die stroming in te dammen, maar in 1855 heeft men de Libron twee beddingen gegeven die om de beurt kunnen worden afgesloten. Het is een ingenieuze constructie, die kanaalschepen in staat stelt om, ook bij hoge waterstanden van de Libron, veilig te passeren.

De kanaalhaven van Agde, een paar kilometer verderop, was vroeger een verplichte stopplaats voor de binnenschepen. De schippers moesten hier tol betalen over hun ladingen graan, olijfolie of wijn. Een vriendelijke havenmeester met bretels en een strohoed ontvangt ons hier met een kwinkslag en een lach. Hij stelt zich voor als John Hunter en vertelt dat hij uit het zuinige Schotland komt en dus graag meteen de rekening voor ons verblijf wil vereffenen. We proberen nog een argument dat Nederlanders nog zuiniger zijn, maar dat blijkt niet te helpen.

John Hunter incasseert dus ons havengeld en meldt bovendien dat de ronde sluis van Agde vandaag gesloten is vanwege de hoge waterstand in de rivier de Hérault. We realiseren ons dat dit natuurverschijnsel ook voor de barges in vroegere tijden regelmatig voor oponthoud moet hebben gezorgd. De sluis schut namelijk rechtstreeks op deze, vaak onstuimige, rivier en biedt met een derde sluisdeur toegang tot een kanaal naar de stad Agde en de Middellandse Zee, vandaar de ronde vorm.

Deze verplichte stop stelt ons in de gelegenheid om het oude centrum van Agde te verkennen met zijn smalle steegjes en pittoreske doorkijkjes naar de nu nog lege terrasjes langs de kades van de Hérault. Dit historische stadje werd in de eerste eeuw van onze jaartelling gesticht door Griekse en Romeinse overheersers en mag beslist niet verward worden met het moderne Cap d’Agde met zijn hoogbouw, havens en stranden, dat verderop aan zee ligt. Hoewel alle lokale horeca gesloten is en de avondklok ons gebiedt om vanaf 19:00 uur aan boord te verblijven, vinden we in Agde een Libanees afhaalrestaurant dat bereid is om een uitgebreid Libanees diner aan boord te serveren.

Maritiem Steekspel in Marseillan

Een dat later is de Hérault gekalmeerd en de sluis dus weer in bedrijf. We halen verse croissants en passeren daarna de beide sluizen aan weerszijden van de rivier op weg naar het laatste segment van het Canal du Midi. Onderweg naar de Étang de Thau zien we het landschap langzaam veranderen. De kenmerkende bebossing langs het kanaal wordt nu langzaam ingeruild voor wijdse zichten over watervlaktes. Verderop is een beschermd natuurgebied waarin we niet mogen aanleggen; na de derde sluis maken we even vast voor een flinke wandeling in die prachtige natuur. Een uurtje varen later arriveren we bij de vuurtoren van Pointe des Onglous, hier eindigt het Canal du Midi. Van hieruit voert de route naar Sète over de uitgestrekte Étang de Thau, een 75 vierkante kilometer grote binnenzee, die slechts door een smalle landtong wordt gescheiden van de Middellandse Zee. Het waait hier 300 dagen per jaar; meestal blaast hier de noord-westelijke Tramontana en soms de oostelijke zeewind Marin. Deze winderige en ondiepe watervlakte is een waar eldorado voor zeilers en surfers. Over de Étang leidt een afgebakende vaargeul naar Sète en de navigatie tussen de dunne staakbakens blijkt niet eenvoudig. Daarom is de doorvaart hier ‘s nachts verboden. Bij een windsterkte van meer dan 3 Beaufort adviseert men motorjachten om niet over te steken, maar dat is beslist geen straf - het pittoreske plaatsje Marseillan, om de hoek, is een aantrekkelijke vluchthaven. Je kunt in de oude haven afmeren tegenover de Capitainerie, vlak voor een eindeloze rij terrasjes die hier stuk voor stuk bijdragen aan een unieke Mediterrane sfeer. Als je geluk hebt kun je ‘s avonds bij de Taverne du Port genieten van het historische maritieme steekspel Lance Olympique Marseillanaise. Dat is hier een populaire sport, waarbij lokale helden proberen om hun tegenstander van een door roeiers voortbewogen platform te duwen. Ook in de haven van Sète, waarvan de contouren aan de horizon zichtbaar zijn, is dit een serieus beoefende zomerse krachtmeting.

Eindeloze oesterbedden in de Étang de Thau

Vanochtend is het vrijwel windstil en de urenlange oversteek over de grote binnenzee verloopt probleemloos. De verplichte vaarroute voert langs eindeloze rijen ­oesterbedden via Mèze naar de haven van Bouzigues. In dat epicentrum van de oestercultuur hebben we vandaag onze lunch gepland. Uiteraard met verse oesters, mosselen en vergezeld van de lokale wijn Picpoul de Pinet. Het restaurant van Julie, direct aan de kade, is weliswaar vanwege het confinement gesloten, maar de afhaal serveert graag een forse schotel met al dit lekkers op ons eigen terras op de flybridge. Ook het stadje Bouzigues is daarna een wandeling waard, waarbij in ‘normale’ tijden een bezoek aan het interessante Musee de l’Étang de Thau niet mag ontbreken.

Sète

We varen verder naar Sète. De 183 meter hoge Mont Saint-Clair, waarop een groot deel van deze stad is gebouwd, was voor ons vandaag al op vele tientallen kilometers afstand als een baken aan de horizon. Bij de nadering vanaf de Étang de Thau is het echter zaak om op twee andere bakens te letten. Het zijn de Rocher de Roquerois en de Homme Noir, twee lichtboeien die de ondieptes markeren in de vaargeul naar de havens van Sète. Deze stad was al in de middeleeuwen een drukke internationale handels­haven en is nog steeds een van de belangrijkste vissershavens aan de Middellandse Zee. De inwoners zijn er vooral trots op dat de lievelingszanger van Frankrijk, Georges Brassens, hier werd geboren. Vanwege de vele kanalen, bruggen en de kleurrijke façades wordt Sète ook wel het Venetië van de Languedoc genoemd. Maar vandaag is Sète het eindpunt van het Canal du Midi, de lange vaarweg die de Atlantische Oceaan met de Middellandse Zee verbindt. Na het confinement is hier geen betere afsluiting van de dag mogelijk dan met een heerlijke bouillabaisse tijdens zonsondergang op de kade bij de visafslag.

Luxe charters zonder vaarbewijs

Op het Canal du Midi bieden verschillende charterbedrijven huurjachten aan in zowel de budget als de premium klasse. Zo verhuurt Francefluviale in de luxe klasse diverse Linssen jachten, heeft Les Canalous een ‘premium’ vloot met Tarpon schepen en kent marktleider Le Boat een premier klasse met schepen van het model Horizon. Dit type is, in grote aantallen en in verschillende lengtes, speciaal voor Le Boat gebouwd op de Poolse werf van Delphia Yachts, dat tegenwoordig onderdeel is van de Beneteau-groep. Alle schepen van dit Horizon-type hebben dezelfde beproefde indeling. Achterin een grote, lichte, salon met langskeuken en een zithoek plus stuurstand. In het voorschip is afhankelijk van de lengte een aantal identieke tweepersoonshutten beschikbaar, allen voorzien van een eigen badkamer met aparte douche. Bovendien zijn al deze schepen uitgerust met een flybridge waarop een tweede stuurstand, tweede zithoek, buitenkeuken en lounge aanwezig is. Deze luxe Horizon-range is beschikbaar met een, twee, drie, vier of vijf tweepersoonscabines in het voorschip. Bovendien kan in de salon een extra slaapplaats worden gemaakt. Wij hebben gevaren met de comfortabele Horizon 4. Vooral de aanwezigheid van zowel een boegals een hekschroef maakte het varen op het Canal du Midi met zijn vele smalle bruggen en sluizen plezierig en ontspannend. Onze tip voor een huurjacht: boek altijd een groter jacht dan u nodig hebt op basis van het aantal personen van de groep. U zult onderweg blij zijn met extra ruimte voor bagage en voorraden!

Travel
  • Hans Brouwers
  • Miranda van Brück (The Content Studio), Carine van Haaren, iStock