Terug naar de tijden toen Nederland voorop stond waar het ging om scheepsbouw; dat is wat het kabinet graag wil. Afgelopen donderdag kwam het nieuws naar buiten dat er in de komende twee jaar maar liefst 60 miljoen geïnvesteerd gaat worden in de innovatieve scheepsbouw. Een mooi streven. Volgens de overheid en de sector is ons land te afhankelijk geworden van het buitenland, vooral op het gebied van de bouw van marinevaartuigen en baggerschepen.
No guts, no Hollands Glorie
Het plan is al volledig gemaakt. Oud-minister Van Bijsterveld, de speciale kabinetsgezant voor de maritieme maakindustrie, heeft 25 maatregelen op een rij gezet om de ambitie werkelijkheid te maken. Het plan heeft de naam 'No guts, no Hollands Glorie!' gekregen. Een van de maatregelen stelt dat de scheepsbouw groener en goedkoper moet worden. Nederlandse scheepsbouwers moeten meer kansen krijgen wanneer een bedrijf als Rijkswaterstaat een nieuw vaartuig nodig heeft. En scheepswerven die op een mogelijk aantrekkelijke plek liggen voor woningbouw, moeten beschermd worden.
Dure productie
De reden dat de sector afhankelijk geworden is van buitenlandse bedrijven, heeft te maken met de kosten voor het bouwen van een schip op eigen bodem. Voornamelijk China heeft een groot marktaandeel van de Europese scheepsbouw in handen. Europa heeft op dit moment een aandeel van 4 procent. Om de kosten te drukken, moet gebruik gemaakt gaan worden van robots. Hierdoor zou de productie van schepen goedkoper worden. Ook wordt er gewerkt aan een zogenoemd 'koploperproject' waarbij men wil onderzoeken of schepen aangedreven door kernenergie, langer kunnen blijven varen.
Volgens demissionair minister Adriaansens van Economische Zaken zijn het plan en de investeringen "noodzakelijk om Nederland leefbaar, welvarend, veilig en concurrerend te houden".
- NOS
- Adobe Stock