Sails & the City: Doha

Op een uniek stukje grond, omgeven door zand en water, toont de hoofdstad van Qatar zich het visitekaartje van de rijke oliestaat. Een boeiende stad waar niets te gek is, maar waar altijd authenticiteit in doorschemert.

Doha West Bay skyscrapers

Kimberly heeft een stralende glimlach. Ze bezorgt aan het begin van mijn vlucht een glas bubbels, waar ik niet helemaal zeker van weet of ik er achteraf nou voor moet betalen of niet (het hoeft niet). Als ik mijn eindbestemming vermeld kijkt ze verrast op. “De meeste mensen vliegen via Qatar naar andere bestemmingen, Azië ofzo. Maar,” verzekert ze, “je gaat Doha echt leuk vinden.” Ze sluit mijn Qsuite en terwijl ik met een druk op de knop mijn stoel onderuit laat zakken richt ik me op de uitgebreide in-flight menukaart. Mijn smakelijke Indiase curry met paneer wordt enige tijd later geserveerd op een keurig gedekte tafel, inclusief flikkerend elektrisch waxinelichtje.

Eigenlijk is de Business Class van Qatar Airways de uitgelezen manier om naar Doha te reizen, want de ervaring is als een verblijf in de Qatari hoofdstad in het klein: nieuw, indrukwekkend, behoorlijk luxe en tot in de puntjes verzorgd. Het piepkleine land (iets groter dan een kwart van Nederland) groeide van een bescheiden natie die draaide op visserij en parelduiken uit tot een van de rijkste landen ter wereld en straalt dit in Doha op bijna elke straathoek uit. 

Tussen oud en nieuw

De beste plek om de evolutie van Qatar, en Doha in het bijzonder, te kunnen aanschouwen is op de Corniche, een zeven kilometer lange weg die zich langs de baai van Doha uitstrekt. Van oudsher was dit het kloppend hart van de hoofdstad, de plek waar vissers met hun houten boten de stad binnenvoeren. De schepen liggen hier nog steeds, dobberend tegen een achtergrond van de glimmende hoogbouw aan de andere kant van het turquoise water. Ik scheur mijn blik los van het imposante uitzicht en draai me om. Aan de overzijde van de straat bevindt zich Souq Waqif, een zeldzaam inkijkje in het Doha van weleer. Het deels overdekte handelscentrum is zo’n tien jaar geleden compleet gerenoveerd, maar als ik tussen de winkels en kraampjes loop sijpelt er een authentieke sfeer uit de scheurtjes in het pleister. De geur van gedroogde kruiden en rozenwater drijft door de gangen, waar toeristen en locals snuffelen tussen het kleurrijke textiel, gouden sierraden en exotische levensmiddelen. Hiertussen zitten kleine barretjes verstopt waar mannen in de herkenbare witte thobes waterpijp roken, terwijl hamali in Qatar-rode hesjes met hun kruiwagens tussen het winkelend publiek heen en weer lopen, op zoek naar klanten. 

Souq Waqif | Foto: LordRunar / iStock

Het is een van de laatste overblijfselen van het oude Qatar, dat in de jaren 90 een onstuitbare groei doormaakte. Links en rechts schieten kantoorgebouwen en luxehotels als schitterende paddestoelen uit de woestijngrond. De wijk West Bay, aan het einde van de Corniche, is hiervan het indrukwekkendste voorbeeld; een rits blinkende wolkenkrabbers pal aan het water, als een Midden-Oosters mini-Manhattan, met de Burj Doha als opvallend middelpunt.

Waterrijke woestijn

Een goede manier om de relatief jonge metropool in me op te nemen is vanaf een traditionele dhow. Veel van deze voormalige vissersschepen worden tegenwoordig nog onderhouden en ingezet voor korte cruises over de Perzische Golf. Ik stap aan boord van Fath al Rahman, een 50 meter lange omgebouwde dhow; de van oudsher aanwezige mast zit er niet meer op, maar er is wel ruimschoots plek voor uitgebreid zonnen bovenop de brug. Kapitein Babu, een vrolijke 

Indiase man van rond de 50, kijkt tevreden uit over het blauwe water. Hij werkt al twee jaar op het houten schip. “Ik werkte hiervoor in Singapore, Maleisië, China… Maar Doha bevalt me wel.” Hij glundert. “Al die talen en verschillende culturen, je vindt er nergens zoveel als hier.” Daar zou hij nog wel eens gelijk in kunnen hebben – van de 2,6 miljoen inwoners van Qatar is minder dan 20% Qatari. 

De gehele tocht houden we uitzicht op West Bay, met helemaal op het uiterste puntje een piramidevormig gebouw, opvallend kleiner dan zijn omgeving. “Het Sheraton Hotel,” vertelt Babu. “Slechts 25 jaar geleden was dit het eerste luxehotel van Doha.” Precies aan de andere kant van de Baai van Doha, in het zuiden, zie ik in de verte een ander opmerkelijk gebouw: het Museum van Islamitische Kunst. Het is een wonderlijke verschijning, de strakke lijnen als contrast van de sierlijke manuscripten en keramieken die je binnen vindt. 

The Pearl vanuit de lucht | Foto: franckreporter / iStock

De boottocht eindigt in Porto Arabia, een jachthaven midden in The Pearl, dat zich ten noorden van West Bay bevindt. De kunstmatige eilandengroep is een knipoog naar het parelvissen waar het land tot voor kort zijn geld mee verdiende. Op de kaart is dat goed te zien: drie baaien die als een soort oesters een eilandje omgeven dat er als een parel in het midden ligt. Porto Arabia is een van die baaien, stampvol jachten van klein tot groot, en omgeven door moderne woontorens en chique boetiekjes in mediterrane kleuren. Hier woont de welgestelde Qatari. In alles staat de mini-archipel haaks op zijn woestijnachtige oorsprong; het water is hier overal. De opmerkelijkste uitspatting hiervan is Qanat Quartier. Een wandeling in deze wijk transporteert je rechtstreeksnaar Venetië, zij het een soort pretparkachtige snoepvariant. Keurig aangeveegde promenades met winkels en eettentjes flankeren kanalen van het helderste blauwe water; zelfs een replica van de Rialtobrug vind je er terug.  

Golven van zand

Voor de volgende activiteit wacht ik onder de imposante pui van het W Hotel, waar chique wagens af en aan rijden en goedgeklede mannen en vrouwen in- en uitstappen. Na een zoveelste glimmende Mercedes zie ik mijn lift voorrijden. Hij valt behoorlijk uit de toon: een forse Toyota, hagelwit, met gigantische banden. Dergelijk zwaar geschut is voor deze specifieke ervaring wel nodig: dune bashing, de hobby van locals die in het weekend de stad uit willen. De glimmende zakelijkheid van de hoogbouw in de stad wordt dan verruild voor de grote leegte: de woestijn ten zuiden van Doha. Achter het stuur zit Mohammed, die 13 jaar geleden vanuit Syrië naar Qatar verhuisde en nu vrijwel dagelijks in de woestijnduinen te vinden is – voor werk maar ook voor zijn vrije tijd. “Als ik zelf ga gaan alle remmen los, maar met gasten doe ik meestal rustiger aan.” In de achteruitkijkspiegel zie ik een glinstering in zijn lichte ogen. “Of kun je wel tegen een stootje?”

De woestijn van Qatar | Foto: Sophie Bous

We rijden een uur zuidwaarts tussen buitenwijken, dan dorpen, dan helemaal niks meer. We houden halt bij een klein kamp, waar een stuk of tien kamelen opgesteld staan, wachtend om dienst te doen als toeristische attractie. Terwijl Mohammed de banden van zijn auto een beetje laat leeglopen loop ik er tussendoor en aai ik er een over zijn lange hals; het voelt een beetje als een vettig tapijt. Mohammed wenkt, het dune bashen kan beginnen. Al vrij snel wordt duidelijk wat deze activiteit precies inhoudt: met een rotvaart de zandheuvels op scheuren, aan de andere kant steil naar beneden glijden, dan weer optrekken en verder scheuren, als een achtbaan die je zelf bestuurt. Tot aan de horizon ben ik omgeven door zand, een sereen landschap van heuvels en ruwe sporen van autobanden, waarop de ondergaande zon lange schaduwen werpt. Bij scherpe bochten vliegt het zand hoog op naast mijn raam, en het geluid van wielen in het zachte zand klinkt soms bijna als een schip op zee. Als we aankomen bij de poëtisch genaamde Inland Sea, een zeearm die vanaf de Perzische Golf ver de woestijn in trekt, prikken de eerste sterren door de schemering en verbaas ik me over deze plek, nog geen uur van de levendige, hypermoderne stad. Een gigantisch contrast in zo’n klein land, dat meer blijkt te zijn dan zijn blinkende imago. 

Hoe kom je er?

Vlieg in stijl naar Doha in de Business Class van Qatar Airways; een individuele Qsuite kost €3.625. Ook uiterst comfortabel, doch iets vriendelijker voor de portemonnee, is de Economy Class (€982). Alleen in Qatar voor een overstap? Maak dan gebruik van het stopover-programma van Qatar Airways: maximaal vier nachten verblijven in Doha, in een vier- of vijfsterrenhotel, vanaf €20 per nacht.