/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2F9Sdlgg9Eq6K9id1739889994.jpg)
Afgelopen vrijdag heeft de Gemeente Amsterdam het ‘Besluit uitstootvrije zone pleziervaart centrumgebied Amsterdam 2025’ gepubliceerd. Dat het grachtengebied van Amsterdam per 1 april een uitstootvrije zone zou worden was al langer bekend. In het besluit zijn nu ook de finale overgangsregelingen opgenomen.
Wat betekent dit voor incidentele bezoekers?
Voor de watersporters die de stad incidenteel aandoen geldt het volgende. Sinds 1 januari 2022 had je al een doorvaartvignet nodig om door Amsterdam te varen. Zo’n doorvaartvignet is ten hoogste drie jaar geldig. De overgangsregeling bepaalt dat boten met een doorvaartvignet tot het einde van de looptijd van dat vignet door de uitstootvrije zone mogen varen. Voorwaarde is dat het vignet voor 1 april 2025 is aangeschaft. Praktisch betekent het dat als je nu of in de komende 5 weken een doorvaartvignet koopt, je daarmee tot eind 2027 door het grachtengebied kunt varen, ook als je boot nog niet fossielvrij is. Zonder zo’n vignet is dat na 1 april dus al niet meer toegestaan.

Regels voor vaste ligplaatshouders
Watersporters waarvan de boot in Amsterdam ligt hebben (nagenoeg) altijd een Binnenhavengeldvignet nodig. Daarmee mag je namelijk afmeren in de stad terwijl de watersporters met een doorvaartvignet daarvoor (nogal prijzige) aanlegtijd moeten kopen. Als het Binnenhavengeldvignet is aangeschaft voor 1 april 2025 loopt de overgangsregeling tot eind 2029. In dat geval kunnen die dus zelfs nog vijf jaar door de grachtengordel varen, ook als hun schip niet fossielvrij is.

Voordelen en nadelen voor fossielvrije boten
Voor de watersporters die hun boot hebben laten ombouwen tot fossielvrij pakken de ruimhartige overgangsregelingen misschien wat sneu uit. Ze hadden immers nog wat langer met hun diesels kunnen doen. Dat laat dan wel het milieuaspect buiten beschouwing. Vroeg of laat gaan we die kosten waarschijnlijk allemaal moeten maken. Minder vervuiling is nu eenmaal in ieders belang, dus laten we die voorlopers vooral dankbaar zijn.
- Pim van der Marel