In maart 2022 startte het OM een strafrechtelijk onderzoek naar Oceanco. Dit gebeurde nadat bekend werd dat het scheepsbouwbedrijf Myanmarese teak had gebruikt bij de bouw van een superjacht. Hoewel Oceanco voor het teak op het dek over de juiste documentatie beschikte, bleek uit het onderzoek dat meubels en afwerkmaterialen aan boord niet aan de EUTR-eisen voldeden.
De Europese Houtverordening verbiedt de import van illegaal gekapt hout en verplicht bedrijven om zorgvuldigheidseisen na te leven bij de inkoop. Voor hout uit Myanmar wordt dit als vrijwel onmogelijk beschouwd. Daarom ligt de aansprakelijkheid bij de partij die het hout als eerste op de Europese markt brengt.
Aankoop via Duitse en Turkse leveranciers
Het onderzoek wees uit dat de niet-conforme teak afkomstig was van een Turkse houtbewerkingsfirma, waar Oceanco meubels en andere materialen had aangeschaft. Voor deze producten had Oceanco de verantwoordelijkheid om de herkomst te controleren, wat niet gebeurde. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of het hout legaal of illegaal gekapt was.
Oceanco gaf aan dat het nooit de intentie had om de regels te overtreden en benadrukte het belang van naleving van de EUTR. Sinds 2019 gebruikt de werf geen Myanmarese teak meer voor nieuwe projecten. Het jacht waarvoor deze materialen werden gebruikt, was al in aanbouw voordat dit beleid werd ingevoerd.
Schikking en toekomst
Het OM heeft besloten de zaak af te handelen met een boete van €150.000. Dit komt mede omdat Oceanco zijn fouten erkent en maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.
Strengere handhaving in de jachtindustrie
De zaak van Oceanco volgt kort na de aankondiging van een forse boete voor Sunseeker International. De Britse jachtbouwer kreeg een straf van £359.000 opgelegd vanwege schendingen van houtverordeningen, waaronder de import van illegale Myanmarese teak.
Deze zaken onderstrepen de strengere handhaving van milieuwetten in de luxe jachtsector en zetten een nieuwe standaard voor naleving.
- Adobe Stock