Het is een onlosmakelijk onderdeel geworden van de watersport: surfers met een zogenoemde 'wing' in handen waarmee ze zwevend boven het water de golven trotseren. De sport wordt 'wingfoilen' genoemd en na een verhoogde populariteit in het buitenland, is het wingfoilen ook in Nederland steeds meer in trek. Volgens kenners kan wingfoilen wel eens de hype van de zomer worden. Maar wat houdt de sport nu eigenlijk in? En nog belangrijker: moeten we deze nieuwe vorm van windsurfen toevoegen aan ons repertoire van watergerelateerde hobby's?
Wingfoilen
We verdiepen ons eerst in het technische stukje van de sport. Want wat is wingfoilen nu eigenlijk precies? Wingfoilen is een mix van de watersporten waar we allemaal bekend mee zijn; suppen, kitesurfen, golfsurfen en windfoilen. Ewald Deloof van watersportclub Anemos in Knokke-Heist vertelt De Standaard: "Je hebt enerzijds een opblaasbaar zeil, ietwat vergelijkbaar qua grootte en uitzicht met dat van kitesurfen. Behalve dan dat je bij wingfoilen het zeil of de vleugel zelf met je handen vasthoudt. Er komen geen koorden of lijnen aan te pas, zoals bij kitesurfen."
En de wing is kleiner, en dus lichter, dan het surfzeil gebruikt voor windfoilen. Dit betekent dat men op het water meer bewegingsvrijheid heeft en meer ruimte voor zogenoemde trics.
Board
Tijdens het surfen staat u met beide benen op een bord met een hydrofoil; een draagvleugel die over het algemeen gemaakt wordt uit aluminium of carbon. En wanneer men zich sneller door het water verplaatst (vanaf 10 km/u), zorgt deze hydrofoil dat het bord zo'n vijftig centimeter boven het water gaat zweven. Jalou Langeree, ervaren kitesurfer en nu ook wingfoiler, vertelt Omroep West: "Het zweven over het water geeft een geweldig gevoel, alsof je vaart op een soort magisch tapijt."
Toegankelijkheid
Voor de watersportliefhebber die enthousiast is geworden hebben wij goed nieuws. Wingfoilen zou toegankelijker zijn omdat men niet eerst het windsurfen onder de knie hoeft te krijgen. Toch vraagt het foilen nog wel een aantal weken oefening. Frank Vanleenhove vertelt De Standaard: ‘Je moet eerst de wing – de werking van de vleugel – goed onder de knie krijgen. Dat leren we aan op het harde strand, waarbij we cursisten op een skateboard zetten. Vervolgens moet je leren foilen: het bord uit het water krijgen, en er vervolgens je evenwicht bewaren. Dat leer je het best op vlak binnenwater, door bijvoorbeeld te oefenen met een kabelbaan die je voorttrekt. En dan moet je beide zien te combineren.’
Revolutionair
Maar zodra men het wingfoilen onder de knie heeft, zal u voor altijd fan zijn. Voor menig liefhebber is wingfoilen een revolutie in de watersport. Sven Fransen van watersportclub Windekind en bestuurder bij Wind- en Watersport Vlaanderen vertelt De Standaard: ‘Voor ons is dit als de uitvinding van het wiel. Dit gaat de windsurfsport compleet veranderen.’ Ook Bowien van der Linden, wereldkampioen wingsurfer in 2021, is enthousiast. Ze vertelt Omroep West: 'Je kunt wingen op bijna elk water ook al is er niet veel wind en je vliegt over het water heen, dat is echt kicken!'
- De Standaard, Windfoilen Nederland, Omroep West
- Unsplash, Lucie Dorne