Krekels, vrolijk fluitende vogels en een zon die opkomt over een met dauw benevelde wijngaard. De landweggetjes in de heuvels hier zijn op dit uur uitgestorven. Heerlijk. Een rondje hardlopen in de vroege ochtend blijft voor mij een prachtige start van de dag en dé manier om straks met volledige focus aan de startlijn te verschijnen.
Ik ben een ochtendmens en het is normaal gesproken geen enkel probleem om vroeg op te staan. Bij deze regatta is het nogal een uitdaging. Iedere avond verzamelen we ons pas om 9 uur in het restaurant, en in plaats van een snelle hap bestaat la cena uit minstens vier, vijf of zes gangen. Rond elf uur kan ik nauwelijks mijn ogen open houden en terwijl de rest van het team uitkijkt naar de formaggio, pannacota en espresso, probeer ik al vanaf de pasta een goed moment te vinden om mij te verontschuldigen en naar bed te sluipen. Rare jongen, die Nederlander, hoor ik ze denken.
De eerste trainingsdag en gedurende de ochtendbriefing in het Engels knikken de hoofden. Het plan, zo lijkt, is iedereen duidelijk. Al snel merk ik dat ik de overstag kan aankondigen met een luid virata en dat met tira la scota, de schoot van de fok aangetrokken wordt. De italianen zijn meesters in het op snelheid brengen van de boot. Al converserend wordt er voor ieder vlaagje prachtig geschakeld tussen de verschillende zeilstanden.
Met vol vertrouwen kondig ik in de oefenwedstrijd een bare-away set aan. ‘Si, si, no problema.’ klinkt het vanaf het voordek. De spinnaker is aangeslagen. Twee lengtes tot de boei, één lengte, het team springt in actie en met een grote zwaai word ik bijna door de giek overboord gegooid. In plaats van af te vallen rond de boei, gijpt de stuurman de boot. Wat?! De rest van de bemanning heeft het blijkbaar wel begrepen en na een perfecte gibe-set staat de spinaker vol en gaan we met een prachtige snelheid compleet de verkeerde kant op. Ik moet hardop lachen, en de spinnaker-trimmer kijkt mij vragend aan. Rare Hollander.
Aan talent, kennis en technologie geen gebrek. Voor dit Italiaanse kampioenschap zijn maar liefst zes 50-voeters aan de startlijn verschenen en op het veld met vijftig 40-voeters kunnen we in Nederland flink jaloers zijn. De jachten zijn allemaal tip-top in orde, evenals de bestelbus met gereedschap en opberging voor de zeilen en natuurlijk de teamkleding. Waar ik in Engeland met geluk een team T-shirt krijg, die altijd een maat te groot en zonder enige pasvorm blijkt, werd ik al een maand voor het evenement gevraagd voor mijn armlengte, boord maat etc, etc. Een poloshirt en shorts voor de cappocini voor vertrek en de aperitivo na de wedstrijd. Twee technische T-shirts en waterdichte shorts voor het zeilen en een nette lange broek plus overhemd voor het diner.
Aan het einde van de week heb ik het eindelijk voor elkaar om op het juiste moment met de juiste kledingstukken bij de volgende gelegenheid te verschijnen. Hoewel? Wanneer Matteo mij de hand drukt aan het einde van de regatta zegt hij: ‘Wouter, voor de volgende regatta moeten we echt aan je zonnebrillen werken, je kan met die lelijke sportzonnebril geen biertjes drinken. Adidas voor zeilen, Prada voor aan de kant, 'capisce?’ Deze rara Hollander heeft nog een hoop te leren.